Ze kwam binnen en ik voelde van alles, een dapper ding met de mooiste onderzoekende ogen die ik in tijden had ontmoet. Haar lijfje gespannen, vol verwachting.
Ze stak van wal, in een woordenstroom waarin haar lichaam maar nauwelijks om adem vroeg. Ze was vroeger te omschrijven als ‘een luchtverkeersleider van haar eigen brein en ze had alle vliegtuigen perfect in het gareel’.
Ze komt bij me omdat de baan als luchtverkeersleider haar regelmatig zwaar valt. Ze is nog maar 9 jaar en de vliegtuigen die ze probeert te leiden, zijn soms al heel grote Boeings.
Ze begint te vlinderen met haar armen, vaak een uiting om emoties beter kwijt te kunnen.
De kinderen op school begrijpen haar vaak niet, ze heeft zoveel vragen aan de juf, maar niemand anders stelt de vragen die zij heeft.
Ze voelt zich soms alleen op school, ze vertelt dat als ze samen moet werken, dat ze heel andere dingen wil maken dan de kinderen met wie ze samenwerkt en dat dat soms resulteert in ruzie onderling. Daarover kan ze zich vervolgens dagenlang slecht voelen.
Dan vertelt ze over haar poezen thuis en daarna nog speciaal over de poes die zij Harry noemt. Elke dag loopt ze met haar moeder naar de trein om samen naar school en werk te gaan en elke morgen staat hij op haar te wachten, poes Harry. Ze geeft hem elke morgen een stukje salami dat ze meeneemt van huis. Ze zwaait hem elke dag na vanuit de trein.
Ook heeft ze zorgen om het milieu, ze begrijpt niet dat mensen nog steeds afval op straat kunnen gooien, terwijl ze toch zeker ook horen dat de wereld langzaam verder opwarmt.
Ze begint hard te huilen, het komt eruit. Dan volgt een ontspanning vanuit haar kleine schoudertjes en even later kijkt ze me met die prachtige ogen weer aan.
Mooi klein mensje, je raakt me. Ik herken je.
Je bent aan het overleven in een wereld die je overweldigt. Je ziet, hoort en ervaart alles om je heen. Je probeert te blijven stralen, terwijl het je dagelijks overspoelt. Je probeert je balans te vinden, maar je valt af en toe van je koord en je vliegtuigen kunnen even niet stijgen of vliegen te hoog. Misschien komen ze in botsing met elkaar of kunnen ze elkaar net ontwijken in de lucht…?
Je geeft me de allersterkste knuffel die ik ooit gehad heb als je weggaat, ‘omdat ik zo goed kon luisteren’ zeg je en je zwaait net zo dapper naar me als je weggaat.
‘Wat zal poes Harry zich elke dag fijn voelen door jou’, denk ik als ik haar met een warme glimlach op mijn gezicht in de verte zie verdwijnen.
Reactie plaatsen
Reacties
En zo zijn er heel veel luchterverkeersleiders. Helaas krijgen ze in deze maatschappij/ wereld niet de ruimte om te mogen zijn wie ze zijn en voelen zicht onbegrepen....geef ze eens ongelijk. Mooi dat er mensen zijn zoals jij, die luisteren i.p.v. horen.